Reijs Lecture

Het bestuur van de Vereniging voor Sportgeneeskunde heeft in 1972 de Reijs Lecture ingesteld. De Reijs Lecture wordt uitgesproken door, en uitgereikt aan, iemand met grote verdiensten voor de sportgeneeskunde. Bij de keuze van een kandidaat zal in het bijzonder gelet worden op de maatschappelijke relevantie van het wetenschappelijk werk. De Reijs Lecture moet tijdens een wetenschappelijke vergadering van de VSG plaatsvinden en mag niet langer dan twintig minuten duren. Aan de Reijs Lecture is de Reijs Award verbonden. Deze prijs bestaat uit een op naam gestelde plaquette, een oorkonde en een geldbedrag van €1500,-.

Geschiedenis van de Reijs lecture

Het bestuur van de VSG heeft in 1972, bij het afscheid van Ankie Martinus-Reijs als voorzitter van de VSG, de Reijs Lecture ingesteld. Dit was ter nagedachtenis aan haar vader, dr. Jacobus Hermanus Olympius (Herman) Reijs, wegens zijn grote verdiensten voor de sportgeneeskunde. De eerste Reijs Lecture en Award is tijdens het jubileumcongres in De Doelen in Rotterdam, ter viering van het tienjarig bestaan van de VSG, op 19 april 1972 uitgesproken door en uitgereikt aan de Amerikaanse arts Kenneth H. Cooper. Hij was de eerste onderbouwer van de wetenschappelijke waarde van duurtraining en duursport. Deze Reijs Lecture was getiteld: ‘The roll of exercises in our modern society.’ De award bestond uit een Statenbijbel, die Peter Harting samen met Kenneth Cooper in Zeeland is gaan kopen.

Na deze eerste Reijs Lecture heeft het Bestuur van de VSG vastgelegd dat de toekenning éénmaal per vijf jaar plaatsvindt, dat de kring der kandidaten zich beperkt tot Nederlanders en dat bij de keuze van een kandidaat in het bijzonder gelet zal worden op de maatschappelijke relevantie van het wetenschappelijk werk.

Levensloop Herman Reijs

Herman Reijs werd op 19 november 1883 in Den Haag geboren. In 1912 was hij de grondlegger en oprichter van de ‘Haagsche Kweekschool voor Gymnastiek en Heilgymnastiek’, de huidige Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (HALO), en werd hij directeur en docent gymnastiek, anatomie en fysiologie aan deze instelling. Reijs was een voorstander van goede lichamelijke opvoeding in het onderwijs onder deskundige leiding en legde hiervoor een wetenschappelijke medisch-biologische basis, zowel voor de theorie als de praktijk.

Oog voor preventie door sport

In 1919 promoveerde hij bij professor dr. van der Hoeven in Leiden op het proefschrift ‘Het Skoliosebekken’ en in 1923 werd hij benoemd tot Privaatdocent aan de Rijksuniversiteit Leiden in de ‘Wetenschap der Lichamelijke Opvoeding’. Zijn openbare les eindigde hij met: ‘Vergun mij het voorkomen van orthopaedische afwijkingen onder den aandacht der studenten te mogen brengen.’ Hij was een van de eersten die oog had voor preventie door lichamelijke opvoeding en sport. In 1921 was hij medeoprichter van de ‘Nederlandsche Geneeskundige Vereeniging voor Lichamelijke Opvoeding en Sport’, waarvan alleen artsen lid konden worden, de voorloper van de VSG.

Oprichter Haagsche Bureau voor Medische Sportkeuring

Hij was een baanbreker voor de Medische Sportkeuring en richtte in 1927 het Haagsche Bureau voor Medische Sportkeuring op, het eerste in Nederland. Het wekte dan ook geen verwondering dat hij tijdens de oprichtingsvergadering van de AIMS, nu FIMS, op 14 februari 1928 in St. Moritz werd gekozen tot secretaris van de Internationale Congrescommissie voor het eerste Wereldcongres Sportgeneeskunde, in Amsterdam tijdens de Olympische Spelen in 1928. In 1931 werd Herman Reijs tot voorzitter van het KNGV gekozen, van welke vereniging hij jarenlang een stuwende kracht zou zijn. Een jaar later werd hij door koningin Wilhelmina tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau benoemd. En in 1948, het jaar van zijn overlijden, werd hij bevorderd tot Officier in deze orde.