Het werk van de sportarts bestaat onder andere uit:
- diagnosticeren en behandelen van klachten en/of blessures aan het bewegingsapparaat die zijn ontstaan door sport of lichamelijke activiteit, of die zich tijdens het sporten openbaren;
- casemanaging en/of consulentschap in de zorgketen voor de chronisch zieke patiënt (‘exercise = medicine’). Denk hierbij aan hart- long- en oncologiepatiënten;
- het verrichten van (preventieve) sportmedische onderzoeken;
- sportmedische begeleiding van teams en individuele sporters.
De kracht van de sportarts zit in het vermogen om een klacht grondig te analyseren, met oog voor het feit dat de oorzaak vaak uit meerdere factoren bestaat. Bij klachten van het bewegingsapparaat is er meestal sprake van een samenhangend probleem binnen de gehele lichaamsketen (ketenproblematiek). Dit betekent dat de behandeling op verschillende niveaus moet worden ingezet. Bij zowel de analyse als de therapie wordt niet alleen gekeken naar het lichamelijke aspect, maar ook naar factoren zoals het gebruikte materiaal, de omgeving en psychische, sociale en cognitieve invloeden.
Zes kerntaken van de sportarts
- Diagnostiek, stellen prognose, behandeling en evaluatie van blessures van het houdings- en bewegingsapparaat die door sport of bewegen zijn ontstaan en/of zich daarbij manifesteren. Het merendeel van deze blessures betreft chronische overbelastingsblessures;
- Diagnostiek, stellen prognose, behandeling en evaluatie van fysieke problematiek, die niet het houdings- en bewegingsapparaat betreffen maar een ander orgaansysteem, en die het gevolg zijn van sport of lichamelijke inspanning, of daarbij tot uiting komen.
- Diagnostiek, stellen prognose, behandeling en evaluatie van (onbegrepen) algehele problematiek die door sport of bewegen is ontstaan en/of zich daarbij manifesteert.
- Casemanagement of consulentschap in de zorgketen voor de chronisch zieke patiënt waarbij sport en/of bewegen als onderdeel van de behandeling wordt ingezet.
- Sportmedische onderzoeken. Verrichten van een (algemene en sportspecifieke) anamnese, lichamelijk onderzoek en (sportspecifiek/aanvullend) onderzoek van het houdings- en bewegingsapparaat, het cardiovasculaire systeem en de longen om een gericht en verantwoord beweeg- en sportadvies aan (beginnende) sporters te kunnen geven.
- Sportmedische begeleiding. Sportmedische begeleiding richt zich op het behouden en/of verbeteren van de gezondheid en het prestatieniveau van (top)sporters binnen de context van hun sportactiviteiten.
Om sportarts te worden, moet je eerst de studie geneeskunde succesvol afronden. Vervolgens volg je een vierjarige gespecialiseerde opleiding in Sportgeneeskunde.
Sportgeneeskunde
Sportgeneeskunde is het geneeskundig specialisme dat zich richt op het herstellen, waarborgen en bevorderen van de gezondheid van (potentiële) deelnemers aan sport en sportieve activiteiten. Ook richt het zich op het herstellen, waarborgen en bevorderen van de gezondheid van mensen met chronische aandoeningen door sport en bewegen (exercise = medicine). Bij beide benaderingen wordt specifiek gekeken naar de belasting die de sport met zich meebrengt en de mate waarin de sporter deze belasting aankan.