Sportgeneeskunde Nederland

Verstandig sporten en gezond bewegen

Header Tabs

Best practice: CoFit-poli en onderzoek, multi-center landelijk

 

Beste practice: Optimaliseren van de kwaliteit van leven voor de patiënt

CoFit-poli

Ziekenhuis Gelderse Vallei is in 2020 gestart met de zogeheten CoFit-polikliniek. Mensen die COVID-19 hebben gehad en waarbij het herstel langzamer en moeizamer gaat dan verwacht kunnen hier terecht. Het doel is dat zij hun dagelijkse activiteiten, werk en sport weer net zo goed uit kunnen voeren als voordat zij COVID-19 kregen.

De CoFit-polikliniek is bedoeld voor patiënten die COVID-19 hebben gehad en die niet opgenomen zijn geweest op de IC. ‘Voor patiënten die op de IC hebben gelegen bestaat al jaren een goed nazorgtraject. Maar de mensen die niet op de IC hebben gelegen, komen niet in aanmerking voor dat traject. Dat terwijl inmiddels blijkt dat ook een deel van deze patiënten vaak langdurig klachten houdt na COVID-19. Om deze groep te helpen, zijn we gestart met de CoFit-polikliniek’, aldus sportarts prof. dr. Hans Zwerver.

‘De polikliniek richt zich in de eerste plaats op het herstel van conditie en kracht, waarbij voeding en bewegen de ingangen zijn om dit te verbeteren. En er is aandacht voor slaap, ademhaling en mentale gezondheid.’ ‘Op de polikliniek helpen we patiënten op weg zodat ze weer hun leven op hun eigen, oude niveau kunnen oppakken. Wat dat niveau is, bespreken we samen met de patiënt. We bekijken welke doelen de patiënt heeft en wat haalbaar is’, vervolgt Zwerver. ‘Vervolgens stemmen we het nazorgtraject en -advies daarop af. We geven dus heel persoonlijk advies en hopen de kwaliteit van leven van deze patiënten daarmee te verbeteren.’

Nieuwe opzet CoFit polikliniek

COFIT onderzoek

COVID-19 infectie heeft als gevolg dat geïnfecteerde personen na het doormaken van de ziekte kort, langdurig of zelfs blijvend beperkt fysiek belastbaar zijn en daardoor dagelijkse, arbeidsgerelateerde en sportactiviteiten niet of minder goed kunnen uitvoeren. Echter, de precieze aard (i.e. deconditionering, longafwijking, hartafwijking, etc.), omvang en langetermijnprognose van deze fysieke gevolgen zijn nog niet vastgesteld, terwijl dit een belangrijke basis is voor het doelmatig inzetten van interventies in het nazorgtraject van personen die een verhoogd risico hebben op dergelijke gevolgen.

Een objectieve, reproduceerbare en valide bepaling van de cardiorespiratoire fitheid geschiedt door middel van een inspanningstest middels fietsergometrie met ademgasanalyse (Cardiopulmonary Exercise Testing, CPET), waarbij cardiorespiratoire fitheid wordt uitgedrukt in een maximale zuurstofopname (VO2max). Deze waarde is een sterke voorspeller van de belastbaarheid ten aanzien van dagelijkse taken, arbeidstaken en sportbeoefening. Tevens is het een sterke voorspeller van morbiditeit en mortaliteit. Analyse van een CPET kan bovendien beperkende factoren identificeren op cardiovasculair, pulmonaal of musculair gebied. CPET is echter beperkt beschikbaar en is een relatief tijds- en kostenintensief onderzoek.

Idealiter zou de cardiorespiratoire fitheid geschat moeten kunnen worden met een eenvoudig, snel en valide instrument. Onderzoek gedurende de laatste 3 jaar binnen de sportgeneeskunde in Nederland heeft geresulteerd in de ontwikkeling van een eenvoudig af te nemen vragenlijst (FitMáx genaamd) . Validatie van deze vragenlijst voor de COVID-19-populatie zou een eenvoudig en praktisch instrument kunnen opleveren, dat ingebed in de COVID-19-nazorg, sturing kan geven aan het traject met als einddoel de fysieke belastbaarheid te verbeteren en zo mogelijk op het premorbide niveau terug te komen.

Vanuit de sportgeneeskunde is in 2020 de COFIT studie opgezet. Dit betreft een prospectieve observationele multicenter (12 deelnemende centra) cohortstudie waarin minimaal 200 personen geïncludeerd worden die een CPET ondergaan in het kader van COVID-nazorg.

Doelen van het onderzoek zijn:

  1. Het vaststellen van fysieke belastbaarheid en beperkingen van personen na COVID-19 infectie om de lange termijn prognose te kunnen bepalen en interventies in het kader van nazorg te kunnen indiceren.
  2. Het valideren van de FitMáx vragenlijst ten opzichte van CPET voor het grootschalig, doelmatig en eenvoudig meten van de fysieke belastbaarheid en veranderingen daarvan bij personen met een doorgemaakte COVID-19 infectie.
  3. Het bepalen van de mate van herstel en diens determinanten bij personen die opeenvolgende inspanningstesten ondergaan in het kader van COVID-nazorg om verhoogd risico op verstoord herstel te kunnen voorspellen en interventies in het kader van herstel te kunnen indiceren.

Tijdens het onderzoek wordt zelfgerapporteerde fysieke fitheid vastgelegd middels de FitMáx-vragenlijst. Daarnaast wordt gevraagd twee vergelijkbare vragenlijsten (DASI en VSAQ) in te vullen, samen met een vragenlijst met betrekking tot karakteristieken van de doorgemaakte COVID-19-infectie en de invloed op arbeid en fysieke activiteit. Tevens zullen, indien toestemming is verleend, via naslag van patiëntendossiers relevante patiëntkenmerken in kaart worden gebracht. Hierbij zullen ook de resultaten van de CPET worden geregistreerd. Indien gestructureerde fysieke training plaatsvindt in het kader van COVID-nazorg dan zullen hiervan de karakteristieken worden geregistreerd (frequentie, intensiteit, type en duur), echter alleen indien daarna een evaluerende CPET volgt.

De studie is geregistreerd in het ‘Netherlands Trial Register’ onder nummer NL8836.